home

English description

GPS TrackManager

Deze pagina bevat de volgende secties:

Deze applicatie is gratis voor persoonlijk niet-commerciëel gebruik. Donaties zijn zeer welkom om het onderhoud en toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken.

Donate

Donate


Introductie

De GPS TrackManager is een door Write4u ontwikkeld programma voor het plannen van routes en het beheren van routes, waypoints en trackpoints. Het programma mag vrij worden gebruikt voor persoonlijk niet commerciëel gebruik. Als u het programma wilt gebruiken als ondersteuning bij het uitoefenen van uw beroep moet u een gebruikerslicentie kopen. Neem hiervoor contact met mij op.

Het programma heeft o.a. de volgende functies:


Het programma is beschikbaar in het Nederlands en Engels. Andere talen zijn op verzoek leverbaar. Het is ook mogelijk om het programma zelf te vertalen omdat alle taalafhankelijke teksten in een apart INI-bestand zijn opgeslagen.

Het programma kunt u hier downloaden.

Het GPS TrackManager programma kan worden gebruikt in combinatie met AutoRoute voor het plannen van routes (tracklog), en het analyseren van afgelegde routes.


Schermen

Hieronder volgt een overzicht van de verschillende schermen met bijbehorende functies. Per scherm worden de belangrijkste functies verklaard.

Boomstructuur

De boomstructuur geeft een overzicht van de verschillende soorten punten die opgeslagen zijn in het GPX bestand. De indeling is gebaseerd op het GPX formaat. De punten zijn onderverdeeld in Waypoints, Routepoints en Trackpoints.

Via het snelmenu in de boomstructuur kunnen de volgende functies worden uitgevoerd:

---------------

---------------

---------------

---------------


Puntenlijst

Het punten-blad geeft een overzicht van de geselecteerde punten. In deze lijst kunt u een aantal bewerkingen uitvoeren. Zie hiervoor het snelmenu in de lijst. De meeste functies spreken voor zichzelf.

Dubbelklik op een regel om de gegevens te bewerken (of kies "Aanpassen" in het snelmenu). Door een aantal punten gelijktijdig te selecteren en dan "Aanpassen" te kiezen, kan een aantal velden voor alle geselecteerde punten in één keer worden aangepast.



Afhankelijk van het soort punt dat u bewerkt, zijn bepaalde velden wel of niet zinvol om in te vullen. De onderste rij symbolen is specifiek voor de Geko. De pull-down list achter "Symbool" geeft een uitgebreider overzicht van symbolen. Het is afhankelijk van het type GPS ontvanger of het betreffende symbool beschikbaar is. Als een symbool niet beschikbaar is, wordt dit meestal vervangen door het standaard waypoint symbool.

Als u meerdere punten tegelijk had geselecteerd, wordt voor een aantal velden een checkbox weergegeven. Alle velden waarvan de checkbox is aangevinkt, worden voor alle geselecteerde punten aangepast.

NMEA ontvangst


Op dit tabblad worden de belangrijkste NMEA berichten, die via de communicatiepoort worden ontvangen, in leesbare tekst weergegeven.


De instellingen voor de communicatiepoort kunt u veranderen via het menu "Communicatie - Instellingen".

U kunt de communicatie-instellingen afzonderlijk instellen voor Garmin mode communicatie en NMEA mode communicatie. Het is ook mogelijk om de communicatie via een TCP socket te laten verlopen. Op deze manier kunt u berichten verzenden en ontvangen van een andere computer in het netwerk.

De communicatie-mode (Gamin/NMEA mode) wordt in de meeste gevallen automatisch gekozen. Eventueel kunt u de mode hier handmatig kiezen. Afhankelijk van de later te kiezen functie kan deze keuze weer overschreven worden.



NMEA simuleren


Via dit tabblad kan de NMEA simulator worden bediend. Er zijn twee mogelijkheden:

De datum/tijd die in de RMC-berichten wordt verwerkt kan naar keuze zijn: "orginele tijd", "starten bij" of "huidige tijd".

Tracklog verzenden als NMEA

Alle punten van de geselecteerde tracklog (keuzelijst "Tracklog") worden als NMEA RMC berichten via de communicatiepoort verstuurd. Hiermee kunt u een eerder opgenomen NMEA logbestand opnieuw verzend ten behoeve van een simulatie.

Door bijvoorbeeld deze communicatiepoort door te verbinden met een andere computer, of een tweede communicatiepoort op dezelfde computer (via een nul-modem kabel) en een routeplanner te starten met NMEA-ondersteuning, kan een gereden route worden "afgespeeld" op een kaart.

Voordat de simulatie kan worden gestart, moet eerst één van de geladen tracklogs worden geselecteerd in de "Tracklog" keuzelijst. Klik daarna op [Start simulatie] om de simulatie te beginnen. Gebruik de knoppen [pauze] en [play] om de simulatie tijdelijk te stoppen en weer te hervatten. Gebruik de [stop] knop om de simulatie af te breken. Met de knop [rewind] wordt ongeveer 10 records teruggesprongen in de tracklog.

De snelheid van afspelen kan worden ingesteld met de "Leesinterval". Let erop dat de interval niet te laag wordt gekozen. Het kan anders gebeuren dat er meer informatie op het seriekanaal wordt aangeboden dan kan worden verwerkt. De intervaltijd kan tijdens de simulatie worden aangepast.

Met het selectievakje "Automatisch herhalen" kunt u aangeven dat de simulatie moet worden herhaald als deze klaar is.

NMEA bestand maken op basis van geselecteerde tracklog

Met deze functie kunt u zelf een NMEA logbestand maken aan de hand van een bestaande tracklog. U kunt de rijsnelheid opgeven waarmee over de gekozen track wordt gereden. Daarnaast kunt u de tijdsinterval opgeven waarmee de NMEA berichten worden gegenereerd.

De begintijd en -datum van de NMEA log is naar keuze: "orginele tijd", "starten bij" of "huidige tijd".


Druk op de knop [Maak NMEA log-bestand] om de functie te starten. U wordt nu eerst gevraagd om een bestandsnaam op te geven voor het aan te maken logbestand. Dit bestand krijgt automatisch de extensie ".log". Als de functie klaar is met het genereren van het logbestand wordt een melding gegeven. De RMC-berichten worden in het memo-veld getoond.

Houd er rekening mee dat het NMEA logbestand vele malen groter kan worden dan het orginele tracklog-bestand als een relatieve kleine tijdsinterval wordt gekozen (bijvoorbeeld 1 seconde).

Berichtenlog

Dit tabblad geeft een overzicht van alle ontvangen en verstuurde NMEA berichten. De ontvangen berichten kunnen ook naar een logbestand worden geschreven. Hiervoor moet u eerst het loggen starten via de menukeuze "Bestand - Loggen".

Als u teksten wilt kopiëren uit dit venster, selecteert u deze eerst en kiest vervolgens de functie "kopiëren" in het snelmenu. Het kopiëren met de toetscombinatie Ctrl+C werkt niet altijd in dit venster!

Conversie

Het tabblad "Conversie" biedt de mogelijkheid om lengtegraad en breedtegraad om te zetten naar verschillende notaties. Met de knop [Zend als RMC bericht] wordt de ingevoerde coördinaat via de communicatiepoort verzonden als NMEA RMC bericht.

De knop [Ozi Routebestand (rte) ==> EasyGPS bestand (gpx)] converteert een Ozi Routebestand naar een formaat dat door GPS TrackManager kan worden ingelezen.

Routeplanner

De routeplanner biedt de mogelijkheid om met behulp van een bestaande routeplanner (Route 66 of AutoRoute) een tracklog samen te stellen. Door deze tracklog in een GPS ontvanger te laden kan op eenvoudige wijze een geplande route worden gereden in een totaal onbekende omgeving.

Let op: De 'Route 66 capture' functie werkt alleen goed met versie 2002 van Route 66. Latere versies van Route 66 gebruiken anti-aliasing waardoor de ocr-functie niet functioneert. Met AutoRoute treden deze problemen niet op omdat de coördinaten rechtstreeks uit het 'Location sensor' venster gelezen kunnen worden.

Het werkt als volgt:

  1. Start de routeplanner (bijvoorbeeld AutoRoute).
  2. Plan de route zoals gebruikelijk. Nadat deze is berekend, zal deze op de kaart gemarkeerd worden weergegeven.
  3. Zoom in op de kaart zodat je de wegen in voldoende detail kunt zien. Hierdoor zal niet de hele route meer in het venster passen, maar dat is geen probleem. De "Directions" kun je uitschakelen om een groter deel van de kaart te tonen.
  4. Kies in AutoRoute het "Pan" gereedschap (hand symbool in de knoppenbalk). Hiermee kun je gemakkelijk de kaart verschuiven tijdens het verzamelen van de punten.
  5. Klik op de knop [Start AutoRoute Capture]. De GPS TrackManager applicatie wordt nu verborgen en een klein venster (LocatorForm) wordt nu linksonder op uw scherm getoond. Dit venster zal de diverse GPS punten gaan verzamelen.
  6. Als de "Location Sensor" van AutoRoute nog niet aktief is, zal GPS TrackManager deze voor u aktiveren.
  7. Als je nu met de cursor over de kaart beweegt, worden de GPS coördinaten van de plaats onder de cursor in het "Location Sensor" venster getoond. Deze coördinaten worden automatisch overgenomen in het "LocatorForm" van de GPS TrackManager.
  8. Selecteer de checkbox "Pushpins maken" om een automatisch een pushpin aan te maken voor ieder trackpoint dat u invoert.
  9. Druk op de toets "T" of "W" om de aangegeven GPS coördinaten over te nemen als Trackpoint of Waypoint. Als je kiest voor een Waypoint, wordt nog gevraagd om een naam te voeren voor het Waypoint. De verzamelde punten worden onderin het "LocatorForm" geplaatst. Daarboven wordt de totale afstand tussen alle Trackpoints aangegeven. De Waypoints worden niet meegenomen in het  berekenen van de totale afstand. Als de checkbox "Pushpins maken" is aangevinkt zal automatisch een pushpin worden ingevoegd op de plaats waar de muisaanwijzer stond toen u op de toets drukte. AutoRoute verschuift automatisch de kaart om de aangemaakte pushpin in het midden op het scherm te plaatsen. Vaak is het zo dat de eerste pushpin die wordt aangemaakt niet helemaal goed gaat. Verwijder deze eventueel handmatig en sluit eventueel de "Find" dialoog van AutoRoute als deze open was blijven staan. Druk op de knop [Wis laatste punt] in het LocatorForm om het punt uit de lijst te wissen. De volgende pushpins gaan in de meeste gevallen wel goed.
  10. Volg met de cursor de complete route zoals die wordt aangegeven op de kaart terwijl je herhaaldelijk op de "T" of "W" toets drukt. Maak voldoende trackpoints aan om de bochten in het traject goed te kunnen volgen. Uit ervaring is gebleken dat het handig is om vlak voor een afslag een waypoint te plaatsen zodat je tijdens het rijden van de route goed kunt zien als een afslag volgt. Verschuif de kaart indien nodig, waarbij je goed moet onthouden waar het laatste trackpoint werd gezet.
  11. Als je voldoende punten hebt verzameld, klik je op de [Klaar] toets, waarna de lijst van punten wordt toegevoegd aan de tracklog "ACTIVE LOG". Als deze tracklog nog niet bestaat, wordt deze aangemaakt.
  12. Verzend de punten (trackpoints en waypoints) naar je GPS ontvanger, plaats de ontvanger in de auto (of op de fiets) en rijd naar de geplande bestemming.

Op deze manier heb ik al talloze keren mijn bestemming op eenvoudige wijze kunnen vinden in volstrekt onbekende oorden zonder om te rijden en zonder de weg te hoeven vragen.

Let op: Tijdens het verzamelen van de punten met de "LocatorForm" zijn de letters T en W als hotkey geregistreerd in Windows ongeacht welke andere applicatie u aktiveert. U kunt dus niet even overschakelen naar een andere applicatie om een tekstje in te typen omdat de betreffende letters dan niet zullen functioneren!

Het navigeren aan de hand van een tracklog met een GPS ontvanger vergt echter wel enige oefening. Bijvoorbeeld het herkennen van de juiste afslag op snelwegen is niet altijd makkelijk. Je kunt welliswaar zien dat je links- of rechtsaf moet slaan, maar je weet niet of je bijvoorbeeld voor of na een viaduct de afslag moet nemen. Door gebruik te maken van Waypoints kun je aanwijzingen voor jezelf opnemen.

Daarnaast is in de praktijk gebleken dat je tijdens het rijden regelmatig moet in- en uitzoomen op de tracklog afhankelijk van de rijsnelheid en de richtingveranderingen.

Punten plot

Op dit tabblad worden de verschillende soorten grafieken getekend. Het tekenen kunt u starten via het snelmenu in de boomstructuur. U kunt de volgende soorten grafieken tekenen:

Deze diagrammen zijn een handig hulpmiddel bij het analyseren van gereden trajecten. Hieronder volgt een korte uitleg van ieder soort grafiek.

Teken punten

Dit tekent een grafisch overzicht van de geselecteerde track. Alle punten worden als kleine vierkante blokjes getekend. Naar keuze worden de onderlinge punten met elkaar verbonden. Met een kleurverloop van blauw via magenta naar rood wordt de hoogte van ieder punt aangegeven. Door opnieuw de functie "Teken punten" te kiezen terwijl de waypoints node is geselecteerd worden de waypoints in de grafiek erbij getekend. Door eerst de optie "Toon namen" aan te vinken worden ook de namen van de waypoints erbij geschreven.

Teken tijd/weg diagram

Deze functie toont een tijd/weg diagram van de geselecteerde tracklog. Met een tijd/weg diagram is een grafische weergave van het snelheidsverloop tijdens de rit. Hoe stijler de lijn, hoe lager de snelheid. Een vertikale lijn geeft stilstand aan.

Ook in deze grafiek wordt de hoogte met kleur aangegeven.

Teken tijd/hoogte diagram

Een tijd/hoogte diagram geeft een grafisch overzicht van het hoogteverloop op de gereden track. Vooral fietsers vinden dit wel leuk.

Teken tijd/snelheid diagram

Een tijd/snelheid diagram geeft een grafisch overzicht van het snelheidsverloop op de gereden track. Hierbij wordt de snelheid enigzins gefilterd (dempen) om te extreme schommelingen te voorkomen.


Communicatie

Het GPS TrackManager programma ondersteund twee communicatieprotocollen:

Via het menu "Communicatie - Instellingen" kan de COM-poort en de parameters worden ingesteld die worden gebruikt bij de communicatie. In de meeste gevallen wordt de communicatiepoort geopend met het juiste protocol. Als u de communicatiepoort zelf wilt openen voor een bepaalde functie, voer dan de volgende handelingen uit:

  1. Kies "Communicatie - poort dicht".
  2. Stel de juiste parameters in via het menu "Communicatie - Instellingen".
  3. Selecteer eventueel via de radioknop het juiste protocol en sluit het venster.
  4. Kies "Communicatie - poort open".

GPX Extensie registreren

U kunt de bestandsextensie GPX registreren zodat deze aan de GPS TrackManager wordt gekoppeld. Het is dan mogelijk om GPX bestanden vanuit de verkenner te openen door erop te dubbelklikken. Het registreren van de GPX extensie gaat via het menu "Extra - GPX extensie registreren".

Na installatie wordt u automatisch eenmalig gevraagd of u de GPX extensie wilt registreren.

Als u het GPS TrackManager programma verplaatst naar een andere map op uw computer, moet u deze functie opnieuw uitvoeren.

U kunt ook GTM, PLT, WPT en TXT bestanden openen met de GPS TrackManager via de verkenner. Selecteer hiervoor het bestand in de verkenner met uw rechter muisknop en kies "Openen met - GPS TrackManager".


Taal instellen

Momenteel is het programma beschikbaar in twee talen: Engels en Nederlands. U kunt de taal run-time veranderen via het menu "Extra - Taal".

De meeste tekststrings die in het programma worden gebruikt zijn gedefinieerd in het "GpsTrackManager.ini" bestand. Als u een taal wilt toevoegen kunt u dit in dit bestand doen. Als u een nieuwe vertaling toevoegd, zou ik het waarderen als u deze naar mij opstuurd zodat ik de nieuwe taal standaard kan meeleveren waardoor iedereen van uw werk kunt genieten.

Via de menukeuze "Extra - Exporteer applicatieteksten voor vertaling" worden alle teksten naar een Excel bestand weggeschreven. Na het invoeren van de vertalingen, kunt u het bestand naar mij opsturen zodat ik het kan invoegen in de applicatie.


Installeren

U kunt het programma heel eenvoudig installeren via de Setup.

Als u een nieuwe versie van het programma wilt installeren, moet u eerst de huidige versie verwijderen (Configuratiescherm - software). Uw persoonlijk instellingen en waypoints blijven bewaard als u het programma verwijdert.

Na installatie wordt u gevraagd of u de GPX extensie wilt registreren. U kunt dit ook op een later tijdstip doen via het menucommando "Extra - GPX Extensie registreren".